Lissewege is sinds 1971 een fusie-gemeente van de Stad Brugge, maar tijdens z'n onafhankelijk bestaan als gemeente had Lissewege ooit 12 Hoofdmannen, tijdens de Hollandse tijd één Meier ( 1804 - 1816 ) en 18 Burgemeesters. De eerste Burgemeester was Patricius de Laere ( 1816 - 1825 ). Zijn zerk zit links van de calvarie op het kerkhof van Lissewege. De laatste Burgemeester van het Witte dorp was François Rosson. Hij was Burgervader van 1953 tot 1970. Hij was het die het bestuur van de Gemeente Lissewege moest overdragen aan Michel Van Maele, Burgemeester van de Fusiegemeente 'Groot Brugge'. Wij tonen hier de foto's van 7 Lisseweegse Burgemeester tussen 1889 en 1971.
Foto's: V.l.n.r Josephus Dhont ( 1889 - 1895 ), Constand Maenhout ( 1896 - 1920 ), Eligius Denys ( 1921 - 1926 ), Jan Maenhout (1927 - 1938 ), Adolf De Grande ( 1939 - 1946 ), René De Geeter ( 1947 - 1952 ) en François Rosson ( 1953 - 1971 ).
Lissewege had ooit zes windmolens. Waar de Koutermolen stond werd tot nu toe nog niet achterhaald. Er was vooreerst de Raaswallenmolen op de Evendijk (nu Zeebrugge).
Dan was er de Beukemaeremolen bij de historische hoeve Beukemaere, die reeds verdween voor er ooit een foto van gemaakt kon worden. De molen staat wel op de kaart van van het Zwin (Claissins, 16de eeuw).
De derde molen was Seventjesmolen net buiten het dorpscentrum van Zwankendamme. Alleen het molenhuis staat er nog en is nu het restaurant 't Molentje langs de Zeebruggelaan. Ook deze molen staat op de kaart van Claissins en van Pourbus.
De Dorpsmolen of Zwarte molen stond bij de Tiendenbrug. Hij wordt reeds vermeld in 1555 als liggende wip bij het Sint Jorismaeyken. Sint Joris was de patroon van de schutters en de gaaien werden op de wieken geplaatst. Tussen de twee wereldoorlogen kon je op feest- en kermisdagen van in het dorp tussen de wieken een grote leeuwenvlag zien wapperen. De molen verloor in een hevige najaarsstorm zijn wieken. In 1960 werd hij defenitief gesloopt.
Wat verder op de oostelijke oever stond de Witte molen. Deze olieslagmolen die ook graan maalde droeg de fiere naam 'De Lissewegenaar' en dateerde van 1855. Deze geklasseerde molen stond jaren vervallen, door een familieruzie. In 1987 liet Minister Waltniel de molen schrappen van de monumentenlijst, en zo ging door onbegrip Lissewege's laatste windmolen verloren. In 1988 droomde de Stad Brugge er van om een molen uit Zarren in Lissewege herop te richten. Dat ging niet door. De molen werd wel in Brugge op de vestingen geplaatst...
Foto hieronder: Het molenlanschap in de sneeuw rond 1960 met de 2 laatste molens ten Noorden van de dorpskern.
Foto's onderste rij: V.l.n.r: De Dorps- of Zwarte molen op een kaart uit 1709, de Zwarte molen in de jaren 50, de Zwankendamme-molen op een 18de eeuwse kaart, de Zwankendammemolen voor hij werd gesloopt in 1929, de Witte molen langs de Lisseweegse Vaart, Lissewege's laatste molen of de Witte molen in ruïne.
De voorloper van het toeristische TV-programma 'Vlaanderen Vakantieland' was 'Boektje Vlaanderen' in een presentatie van Gerty Christoffels. De voorlaatste aflevering van dit zaterdagavondmagazine werd in 1989 opgenomen in Lissewege. Op de foto's herkent u zeker Gerty Christoffels in gezelschap van VVV-Voorzitter Rudy Desmedt.
Foto links: Aan tafel in het Spaniënhof. Foto rechts: De opnameploeg met Gerty gaat de toren op.
Prins Albert en Princes Paola van België, onze huidige vorsten, waren in de jaren '60 regelmatige bezoekers van Lissewege & Ter Doest. Zo kwam Koning Albert vaak met z'n motor naar Ter Doest voor een drankje onderweg. Ook kwam, het toen nog jonge gezin, naar Lissewege om er te prinsenkinderen te laten kennis maken met het plattelandsleven. Op de foto hieronder ziet u Koningin Paola die de kinderen op de rug van een boerenpaard plaatst. Op het paard v.l.n.r: kroonprins Filip, Princes Astrid en vooraan de jongste spruit Prins Laurent.
In 1948 liet de NMBS een affiche tekenen door de bekende kustschilder Herman Verbaere met het beeld van Lissewege. Deze affiches waren bedoeld om het toerisme per trein te promoten. Zo schilderde Verbaere nog verschillende andere affiches voor de kust en het binnenland. Herman Verbaere kwam later nog vaak naar Lissewege schilderen. Zo was hij ook de tekenaar van het postzegel dat door de Posterijen en door toedoen van Johan Ballegeer en de VTB in 1968 werd uitgegeven.
Valerius de Saedeleer woonde van 1898 tot 1901 in Lissewege. Deze grote kunstenaar van de Latemse school woonde in een boerderijtje langs de Ter Doeststraat. Hij woonde er in armoede. Hij moet Lissewege ongetwijfeld in die tijd verschillende keren hebben op doek gezet. Eén van z'n winterlandschappen met Lissewege als decor hangt in het Brugse museum voor Schone kunsten 'Groeninghe'. In Lissewege werd er een pad naar hem genoemd. Hieronder ziet u een afbeelding van deze kunstenaar.
Tijdens de eerste Wereldoorlog 1914 - 1918 was het Spaniënhof - dat toen 'De dry Koningen heette' - de 'mess officieren' van het 'Marinekorps Flandren'. De Duitse offiecieren kwamen er dus hun buikje rond eten. Fiedler was de huistekenaar van het marineblad 'Am Flanderns Küste'. Op de tekening hieronder ziet u hoe vrolijk hij zich uitlaat over de Lisseweegse kinderen die brood en kolen stelen van een Duitse soldatenkar. Deze tekeningen waren destijds te zien op de muren van de gelagzaal van de herberg.
De kerkpolitie of 'Suisse' moest er voor zorgen dat de orde gehandhaafd bleef tijdens de erediensten in de kerk en tijdens de processie en de Ommegang. Hij had een eigen uniform en een speciale hoed. Op kermiszondag en op feestdagen stak hij een greep hanepluimen op z'n hoed. Hij droeg ook een steek met daarop de titel 'Kerkpolitie Lissewege'. In de hand droeg hij een 'hellebaard'. Dit spaans steekwapen kan je zien in het bezoekerscentrum van Lissewege. Onlangs doken 2 foto's op van Lissewege's laatste Suisse Wardje Van Dycke.